We bestraten ons stukje grond voor de wagen en willen via een mooi verhard pad naar de voordeur. Onze leefruimte moet naadloos overlopen in een reuzegroot terras, liefst met grote tegels zodat planten en (on)kruid geen kans maken en een kunststofgazon mag dan zeker niet ontbreken.

We verharden zoveel mogelijk onze tuin, want we willen niet meer wieden, grasmaaien of planten zien groeien en bloeien. Onze kinderen mogen alleen nog maar rondjes fietsen want dan blijven ze netjes en proper.

Al die verhardingen, poolhouses, tuinhuizen, buitenkeukens, gazons in kunstgras en fietsparcours zorgen ervoor dat we bij een fikse regenbui ettelijke liters water kwijt moeten raken. En liefst snel en ver weg van onze tuin en woning. We lozen dit kostbaar water in onze riolering of in rechtgetrokken beken en grachten. En dan zijn we er vanaf.

Maar dit water zorgt wel voor ons. Planten, dieren en mensen hebben water nodig om te kunnen leven. Onze industrie draait op dit kostbaar water. Zonder water stopt het allemaal.

Maar goed, waar blijven we met ons hemelwater?

Meer groen natuurlijk, meer zachte bodems met echt gras, met struiken, bomen en bloemende planten.

En ja we hebben die oprit nodig, we hebben graag een ruim terras maar we kunnen ook eens stilstaan hoe we al dat water kunnen bijhouden.

Infiltreren is dan het sleutelwoord.

Hmm, toch eens uitleggen wat infiltratie is. Want ik heb zo het gevoel dat de meeste mensen niet goed weten wat infiltratie inhoudt en wat de wetgeving eigenlijk bedoelt.

Kort gezegd, infiltratie is het vertraagd afgeven van hemelwater aan de bodem op eigen terrein. Niet meer, niet minder. De bedoeling is dat hemelwater wordt opgevangen (buffer) en dan vertraagd aan de bodem wordt afgegeven. Infiltratie heeft dus twee doelen: bufferen en infiltreren.

Je kan alleen maar infiltreren in gronden die veel water kunnen opnemen.

Gronden zijn opgebouwd uit gronddeeltjes, lucht en water. Hoe groter die gronddeeltjes zijn, hoe meer open ruimte dat je hebt tussen de gronddeeltjes . Die ruimte kunnen we dus vullen met lucht en water. Zand heeft de grofste korrel, in tegenstelling tot leem en klei. Klei neemt nagenoeg geen water op en infiltreert dus slecht, kei slecht. In kleigronden gaat infiltratie dus weinig uitmaken.

Gronden met van nature een hoge grondwaterstand zijn ook niet geschikt om te infiltreren. Simpel: als een vat vol is, krijg je er geen liter meer bij, het loopt dan over. Dus veen-, moeras- en kwelgrond en uiterwaarden van rivieren zijn niet geschikt voor buffering en infiltratie.

Hoe trager je het water in de grond kan laten lopen, hoe beter voor het milieu. En hoe minder hemelwater in het openbaar net wordt gepompt, hoe gemakkelijker de zuivering van afvalwaters kan gebeuren (beestjes eten liever vuil, smerig water dan proper water, want dan gaan ze dood).

Hoe minder helikoptertuinen en hoe meer plek de regen heeft om door te sijpelen, hoe meer water in de grondlagen zit. Gedaan met die verdorde gazons, die dorstlijdende planten , bomen die wanhopig zoeken naar water, Groenten en kruiden die verlebberen omdat het water weg is.

Ik heb het wat recht op recht uitgelegd om het duidelijk te maken. Er zijn nog andere en meer wetenschappelijke factoren, maar die bespaar ik je. Over hoeveel oppervlakte je moet uitrekenen voor de infiltratie, vertel ik je graag volgende keer meer over.

Geef toe , die helikopter tuinen zonder een sprietje gras of plant , zonder geuren en zonder zomer- en herfstkleuren, zonder bloemen of vruchtjes, zonder vlinders, bijen en vogels geeft ons toch maar alleen een saaie, kille, eentonige straat .

Met meer planten in onze voor- en achtertuinen houden we ook nog eens de opwarming tegen. Lekker koel in die hete zomermaanden.