Want de laatste jaren wordt het pijnlijk duidelijk gemaakt. Het is niet meer een kwestie van kostbaar hemelwater snel snel af te voeren naar de grachten, beken en rivieren. Maar om het langzaam te laten doorsijpelen in onze eigen bodem. Zo zorgen we dat we nog drinkbaar water hebben.

We beginnen met het decreet van 5 juli 2013

Gewijzigd 2 oktober 2023

...Vanaf een perceelsoppervlakte groter is dan 250m² en de verhardingen meer dan 40m², moet de afvoer van hemelwater plaats vinden via infiltratie. Oppervlaktes van losstaande bijgebouwen, vijvers en zwemvijvers moeten mee opgenomen worden in deze berekening

Om uit te rekenen wat de oppervlakte is van de infiltratie moet je volgende zaken uitrekenen:

De oppervlakte van de woning en bijgebouwen zoals een garage, carport, poolhouse, tuinhuis… Je bouw dus. Bij een nieuwbouw doet je architect dit wel voor je. Maar ken je de regels? Dan kan je dit zelf uitrekenen. Echter, wat meestal wordt vergeten of onderschat in deze berekeningen is het aandeel van de tuin. Verhardingen, de zwemvijver of zwembad, het terras aan de woning of achter in de tuin. Of het paadje naar de kippen of moestuin. Dit moet allemaal mee genomen worden in de totale calculatie. Gelukkig hebben we een vrijstelling voor het pad naar de voordeur en de oprit naar de garage. Maar er is een beperking van 1.5 meter breed voor het pad en voor de oprit 3 meter.

Heel wat rekenwerk dus om al die oppervlaktes uit te rekenen.

Na het uitrekenen tel je al die oppervlaktes op en je vermenigvuldigt dit getal met 33. Het resultaat geeft je de inhoud van je buffer om het hemelwater op te vangen. Deze buffer kan dus perfect je regenput zijn. Je gebruikt die natuurlijk voor het toilet, wasmachine of voor het sproeien in de tuin. Want water is duur en kostbaar.

Hoe dat ze komen op het magische getal van 33 liter water per vierkante meter, is me zelf niet duidelijk. Sommige architecten werken zelfs met 50 liter/m² water om op te vangen. En met de wijziging van oktober 2023 zelfs met 60 en 70 liter water per vierkante meter voor te bufferen.

Infiltratie van het hemelwater berekenen

We weten nu welke buffer we moeten voorzien. Nu moeten we even de berekening maken voor de infiltratie van het hemelwater. Dit infiltrerend vermogen wordt uitgedrukt in vierkante meters. Tot mijn verbazing lees ik dikwijls op bouwplannen dat het infiltrerend vermogen of infiltratieput uitgedrukt wordt in liter. Dat klopt dus niet.

Het infiltratieoppervlak van hemelwater in de bodem is vastgelegd op minstens 1m² per 12,5m² af te wateren oppervlak. Of anders gezegd per 100 m² gesloten grondoppervlak moet je 8m² infiltratieoppervlak voorzien.

Gesloten verharding, halfopen verharding, tuinconstructies zoals houtbergingen, serres of carports, (zwem)vijvers moeten allemaal mee berekend worden. EN je moet deze infiltratieoppervlak verticaal rekenen want het horizontaal infiltratievlak (de bodem van je krat, koffer of put) mag niet mee geteld worden. Logisch als je hierover nadenkt. De infiltratiebakken slibben na een tijdje dicht.

Let ook op de hoogte van de grondwaterstand. Als het infiltratiemedium deels in een te hoge grondwaterstand komt, dan zal er ook geen infiltratie plaatsvinden. Waar al water zit, krijg je geen druppel meer bij. Dus de gemiddelde grondwaterstand moet je in mindering brengen van de nuttige hoogte bij het infiltratiemedium. Meet dus even in het voorjaar en herhaal dit in het najaar. Zo weet je wat de gemiddelde grondwaterstand is. Een buis in de grond is een handig hulpmiddel om dit uit te zoeken.

Je grondsoort is natuurlijk ook van belang: Bij zandgrond is de infiltratie optimaal, bij leem minder en bij kleigronden nagenoeg onbestaand. Een van de weinige grondsoorten waar je dus NIET verplicht kunt worden om te infiltreren.

Een simpele test ( zie enkele simpele testjes ) bepaalt wat het infiltrerend (drainerend) vermogen is van mijn perceel. Maar je vind ook een test om de grondwaterstand te weten, handig niet?

En dan nu de praktijk

Zo alle gegevens hebben we.

O ja! Indien een regenwaterput is voorzien, mag je 60m² aftrekken in de oppervlakteberekeningen zowel voor buffer als voor infiltratieoppervlak.

Misschien even een voorbeeld uit de praktijk?

  • Woning 150m², tuinhuis 9m², 125 m² verharding en een zwemvijver van 40m² wateroppervlak.

Regenput aanwezig? Ja /nee. Stel ja.

-60 m²

  • 324m²-60m² vrijstelling = 264m² verharde bodem.
  • 264m²/100 maal 8 m² = 21,12m² verticale infiltratieoppervlak te voorzien in de bodem.

Dit infiltratieoppervlak wordt door een hoge grondwaterstand, met bijvoorbeeld 30cm, extra belast.

  • 21,12m² + ( 21,12x0.30) = 27,546m² verticaal infiltratie oppervlak.

We zullen dus een 6 m² extra infiltratieoppervlak moeten bijplaatsen.

Voor de buffering is het eenvoudiger:

  • 264m² x 33 liter/m² = 8712 liter of een regenput plaatsen van 10.000 liter.

En dan is het berekenen welke marktproducten de beste balans hebben, in enerzijds eigen bufferopvang en anderzijds het groots mogelijke verticaal infiltratieoppervlak.

Succes

PS/

Deze blog heb ik even moeten aanpassen omdat onze regering begin oktober 2023 de wet heeft goedgekeurd betreffende infiltratie en buffering van hemelwater en dan meer bepaald de hoeveelheden: waterbuffering is van 25 liter water per vierkante meter naar 33 liter water opgetrokken. En voor infiltratieoppervlak gaan we van 4m² verticale infiltratiemedium naar 8m² per 100m² ' verhard'